Paragrafen

Grondbeleid

3.1 Inleiding
Om het feitelijke (eind)resultaat van het grondbedrijf over 2023 te kunnen bepalen is het nodig dat
voor de onderstaande vier groepen projecten/gronden wordt stilgestaan bij de afzonderlijke resultaten
van deze categorieën:
A.   Bouwgronden in Exploitatie (BIE)

Dit zijn gronden die het grondbedrijf actief transformeert naar bouwgrond. Uw raad heeft hiervoor
een grondexploitatiecomplex (ruimtelijk plan) met een grondexploitatiebegroting vastgesteld. Voor
deze jaarrekening hebben wij alle lopende grondexploitatiebegrotingen weer geactualiseerd.

B.   Overige gronden en panden (Materieel Vast Actief (MVA)

Dit gaat om panden en gronden die niet of nog niet in ontwikkeling worden gebracht of worden
afgestoten. Dit bezit wordt jaarlijks beheerd.

C.   Kostenverhaalsprojecten

Hierbij gaat het om kosten die de gemeente in rekening brengt bij particuliere ontwikkelingen. Hier
gaat het om faciliterend grondbeleid. De gemeente heeft hier geen eigendom.

D.   Projecten in voorbereiding (Immaterieel Vast Actief: IVA)

Dit zijn projecten waarvoor uw raad voorbereidingskredieten heeft beschikbaar gesteld en
waarvan de verwachting is dat voor deze projecten op termijn grondexploitaties worden geopend.

3.2 Bouwgronden in Exploitatie (gemeentelijke grondexploitaties, ofwel BIE’s)
In 2023 zijn er geen nieuwe complexen toegevoegd, maar wel zijn er in 2023 drie complexen
afgesloten, te weten:

  •  Seringenstraat 2 positief resultaat € 0,02 miljoen
  •  Klokkenlaan 2 positief resultaat € 0,08 miljoen
  •  Chopinstraat 10 negatief resultaat € 0,14 miljoen

Het aantal BIE’s binnen het grondbedrijf per 01-01-2024 komt hiermee uit op 19.

Het resultaat van Seringenstraat 2 en Klokkenlaan is per 31-12-2023 gestort in de algemene reserve
grondbedrijf.
Voor het exploitatieresultaat van Chopinstraat 10 was een verliesvoorziening gevormd. Deze
verliesvoorziening is ingezet om het uiteindelijke tekort af te dekken, zodat het afsluiten van dit
complex geen effect heeft op het saldo van de algemene reserve grondbedrijf.
De boekwaarde van de BIE’s is het afgelopen jaar verminderd van € 70,43 miljoen tot € 61,11 miljoen
per 31-12-2023.

3.2.1 Kosten en opbrengsten 2023
In onderstaand overzicht zijn de totale kosten en opbrengsten van alle gemeentelijke grondexploitaties
opgenomen, uitgesplitst naar de geraamde kosten en opbrengsten en de werkelijk gerealiseerde
inkomsten en uitgaven voor 2023 (exclusief winstneming).

x 1000

Geraamd

Gerealiseerd

Bouw- & woonrijp maken

€ 16.415

€ 10.205

Plankosten

€ 4.905

€ 2.920

Overige excl. winstneming

€ 2.330

€ 870

Kosten

€ 23.650

€ 13.995

Woningbouw

€ 14.350

€ 16.965

Bedrijventerrein

€ 4.085

€ 4.410

=

Overige opbrengsten

€ 140

€ 1.265

Opbrengsten

€ 18.575

€ 22.135

Saldo

€ 5.075-

€ 8.645

Geconcludeerd wordt dat:

  • In 2023 is circa € 10 miljoen minder uitgegeven dan geraamd. Dit betreft veelal uitstel van

investeringen voor het inrichten van het openbaar gebied (woonrijp maken) en uitstel van het
bouwrijp maken. Voor de uiteindelijke exploitatieresultaten van het Grondbedrijf heeft dit overigens nauwelijks tot geen effect, omdat deze uitgaven later worden gerealiseerd.

  • De verkoopresultaten van de bouwgrond voor woningen en bedrijventerreinen en overige

opbrengsten komen in 2023 uit op ruim € 22 miljoen. Dat is circa € 3,5 miljoen hoger dan
geraamd, wat vooral te verklaren is doordat de feitelijk gerealiseerde grondverkopen in 2023 voor
met name woningbouw tegen een gemiddelde hogere prijs geschiedde dan geraamd.


3.2.2 Winstneming
Tussentijdse winstneming is in twee gevallen aan de orde:
A.   De BBV schrijft voor dat in sommige situaties, eerder dan bij het afsluiten van grondexploitaties,

tussentijds winst genomen moet worden. Indien met voldoende zekerheid vaststaat dat er sprake
is van een positief resultaat ofwel winst, moet deze worden genomen. Hierbij wordt ook rekening
gehouden met de risico’s die specifiek samenhangen met de nog te realiseren kosten en
opbrengsten van de individuele grondexploitaties.
In 2023 zijn er binnen de grondexploitaties kosten en opbrengsten gerealiseerd en zijn de
ramingen van toekomstige kosten en opbrengsten geactualiseerd. Dit leidt ertoe dat er op diverse
projecten een positief resultaat dient te worden genomen. In onderstaande tabel is een overzicht
opgenomen van de belangrijkste 5 complexen waar (tussentijds) winst is genomen per 31-12-
2023. De tussentijdse winstnemingen zijn per 31-12-2023 ten gunste van de algemene reserve
grondbedrijf gebracht. Het ging in 2023 om een bedrag van in totaal € 3,52 miljoen.

Complex

Winstname

Groote Wielen

2.520

Treurenburg

346

Vinkelse Slagen

224

De Brand

195

Willemspoort

129

Overige projecten

105

Totaal

3.520

B.   Als binnen een grondexploitatie met een verwacht positief eindresultaat bouwgrond wordt

verkocht dan draagt het project bij aan de reserve grote werken. Binnen de projecten De Groote
Wielen, Vinkelse Slagen, Treurenburg, Willemspoort en Empel Zuid/Rosmalense Plas is in 2023
bouwgrond verkocht. Dit leidt tot een storting in de reserve grote werken van een bedrag van € 0,44 miljoen.

3.2.3 Resultaat afgesloten projecten
Per 31-12-2023 zijn in paragraaf 3.2 genoemde complexen afgesloten.
Seringenstraat 2 en Klokkenlaan 2 hadden als “winstplan” bij afsluiting een gezamenlijk positief
eindresultaat van € 0,10 miljoen. Dit bedrag is bij het afsluiten van de projecten ten gunste van de
algemene reserve grondbedrijf gebracht.
Het resultaat van Chopinstraat 10 (verliesplan € 0,14 miljoen) is verrekenend met de in het verleden
getroffen verliesvoorziening voor dit plan.

3.3 Getroffen verliesvoorziening BIE’s
Als we op een BIE een tekort verwachten, dan treffen wij direct een voorziening ter grootte van het
verwachte tekort na realisatie, ofwel het tekort op eindwaarde
Ten opzichte van vorig jaar kan de omvang van de verliesvoorziening naar beneden worden bijgesteld
met afgerond € 0,84 miljoen (€ 0,74 lopende BIE’s en € 0,14 miljoen afsluiten Chopinstraat; zie 3.2) en
komt per 31-12-2022 uit op € 16,41 miljoen.
Naast het vervallen van het resultaat van het afgesloten complex Chopinstraat, is de belangrijkste
verklaring voor het verschil is de actualisatie van het project Pelgrimsche Hoeve (verhoging
grondopbrengsten; € 0,88 miljoen).

3.4 Heesch West
Het bestemmingsplan Heesch West is in januari/februari 2022 door de gemeenteraden van Bernheze
en ’s-Hertogenbosch vastgesteld. In de loop van 2024 wordt de uitspraak van de Raad van State
verwacht, als reactie op de ingediende beroepen.
De voorbereidingen zijn door de GR (Gemeenschappelijke Regeling) in volle gang om direct na de
uitspraak de uitvoering ter hand te kunnen nemen. De GR is verantwoordelijk voor de verdere
planrealisatie.
De gemeente ’s-Hertogenbosch participeert voor 58% in de GR en is daarmee ook voor dit
percentage risicodragend. Zie verder paragraaf 3.10 voor de kwantificering van dit risico.

3.5 Vennootschapsbelasting
Sinds 2016 is onze gemeente belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (Vpb). Belasting is
verschuldigd over winstgevende ondernemingsactiviteiten, zoals het grondbedrijf. Jaarlijks dient de
gemeente een aangifte in.
Momenteel vindt overleg plaats met de Belastingdienst over de ingediende aangiften.
De aangiften tot en met 2020 zijn definitief vastgesteld door de Belastingdienst. Er lopen vanaf
aangiftejaar 2018 bezwaarprocedures tegen de definitieve aanslagen waarbij de vraag centraal staat
of de gemeente Vpb verschuldigd is over inkomsten uit reclameconcessies.
Ongeacht de uitkomsten van deze procedures is helder dat t/m 2021 geen Vpb is verschuldigd als
gevolg van verliesverrekening.
Op basis van de meerjarenprognose van de afzonderlijke projecten was de verwachting dat we vanaf
2023 vennootschapsbelasting moesten gaan betalen. In 2023 hebben we op basis van de voorlopige
aangifte een bedrag van in totaliteit € 1,64 miljoen afgedragen aan de belastingdienst.

3.6 Overige gronden en panden (MVA) en onderhoudsvoorziening

  • Algemeen

Onder de categorie MVA valt het bezit aan gronden en panden, die strategisch beheerd worden of
beheerd worden met een vrij permanent karakter (pacht, verhuur en in gebruik gegeven gronden
en panden).
Naast de reguliere beheerlasten en huuropbrengsten wordt het resultaat bepaald door incidentele
aan- en verkopen, afwaarderingen of niet voorziene kosten.

  • Verkoopwinst

Door de incidentele grondverkopen in het complex compensatiegronden is in 2023 een boekwinst
behaald van circa € 0,08 miljoen, doordat de verkoopwaarde hoger was dan de boekwaarde van
deze gronden. Dit resultaat maakt onderdeel uit van het MVA-resultaat (zie het volgende punt).

  • MVA resultaat 2023

Voor 2023 is een resultaat op de MVA behaald van -/- € 0,72 miljoen. Dit komt vooral doordat de
kapitaallasten en het klein onderhoud van de panden, niet door de huur opgebracht kon worden.

  • Erfpachtgronden

De erfpachtgronden leverden in 2023 een positief resultaat op van € 0,48 miljoen.

  • Panden Grondbedrijf en onderhoudsvoorziening

Bij raadsbesluit van 13 december 2022 (registratienummer 14349090) heeft de raad een
onderhoudsvoorziening voor een aantal specifieke vastgoedobjecten van het grondbedrijf
ingesteld.
Deze onderhoudsvoorziening, krijgt zijn voeding vanuit de Algemene Reserve Grondbedrijf. Voor
2023 is dat een bedrag van € 0,2 miljoen. De lasten van groot onderhoud kunnen op deze manier
over meerdere jaren worden geëgaliseerd, zodanig dat het saldo van de voorziening over de
gehele looptijd van voldoende omvang is voor het bekostigen van de uitvoering van het groot
onderhoud.
In 2023 is er een bedrag van € 0,14 miljoen ten laste van de onderhoudsvoorziening gebracht voor
het groot onderhoud van gebouw O van het complex Kruithoorn/Meerendonk. Het geplande
onderhoud aan het Cementrum in 2023 is doorgeschoven naar 2024/2025.

Naast de onderhoudsvoorziening voor deze specifieke vastgoedobjecten, heeft het grondbedrijf
nog meer gebouwen in bezit waarvoor een planbaar groot onderhoud binnenkort in beeld wordt
gebracht middels meerjaren onderhoudsplannen (MJOP’s). Het voornemen is om ook deze
panden op te nemen in de onderhoudsvoorziening. Hiertoe zullen we in 2024 met een voorstel
komen.

  • Ontwikkeling boekwaarde gronden en panden (MVA)

De gronden en panden kende per 1 januari 2023 een boekwaarde van € 69,37 miljoen, en per 31-
12-2024 € 55,92 miljoen. Deze gronden en panden maken geen onderdeel uit van een BIE.
Dit onroerend goed wordt op termijn in ontwikkeling gebracht dan wel verkocht of geruild.
Gronden en panden die in het verleden verworven zijn, worden volgens de BBV uitgesplitst in:

o Zogenaamde “warme gronden”, waarvan wordt voorzien dat deze binnen afzienbare termijn tot
ontwikkeling worden gebracht (bijvoorbeeld als nieuw woningbouwgebied of bedrijventerrein) en
waarvoor een operationele grondexploitatie zal worden opgesteld. Deze gronden mogen
gewaardeerd worden tegen toekomstige bestemming.
o Overige gronden en panden, deze moeten gewaardeerd worden tegen de (markt)waarde in het
economische verkeer volgens de huidige bestemming.

In de volgende tabel is een samenvattend overzicht opgenomen van de boekwaarden en
oppervlakten van de gronden en panden, zoals hiervoor omschreven.

x 1000

Boekwaarde

ha

€/m2

Warme gronden

€ 36.618

73 ha

€ 50,09

Voorraad

€ 19.300

372 ha

€ 5,19

Totaal

€ 55.918

445 ha

€ 12,56

3.7   Kostenverhaalsprojecten
Particuliere initiatiefnemers kunnen de gemeente verzoeken tot medewerking bij planrealisatie op hun eigen grond. De grondexploitatie wordt in deze gevallen voor rekening en risico van deze private initiatiefnemer gevoerd. Uitgangspunt hierbij is dat de gemeente de door haar gemaakte kosten volledig verhaalt op de initiatiefnemer.
De huidige boekwaarde van deze kostenverhaalsprojecten bedraagt per 31 december 2023 -/- € 0,72 miljoen.
In onderstaande tabel zijn de mutaties in het afgelopen boekjaar opgenomen.

x 1000

Gerealiseerd

Boekwaarde per 01-01-2022

268-

Saldo kosten 2022

2.565

Saldo opbrengsten 2022

1.181-

Winstneming 2022

393-

Boekwaarde per 31-12-2022

723

3.8   Projecten in voorbereiding (Immaterieel Vast Actief: IVA)
Op 9 juni 2020 heeft de raad 9 ontwikkellocaties en een aantal kleinere locaties aangewezen voor het vergroten van de plancapaciteit van de woningbouwprojecten. Daarvoor is toen een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld van in totaal € 2,8 miljoen.
Bij raadsbesluit is daar nog een bedrag van € 0,50 miljoen toegevoegd voor de planvoorbereiding Diezebrug (bij vaststellen Gebiedsvisie in 2020 en de planstudiefase 01-02-2022).
Op 13 december 2022 heeft uw raad een aanvullend krediet beschikbaar gesteld van in totaal
€ 2,36 miljoen voor de Knooppuntontwikkeling Station Oost/De Vliert, Innovatiekwartier, de Bossche Stadsdelta en bedrijventerrein de Grote Elst.
In onderstaand overzicht is de stand van het voorbereidingskrediet opgenomen.

In 2020 zijn voor 8 projecten grondexploitaties geopend. De voorbereidingskosten (€ 0,81 miljoen) zijn in de geopende grondexploitatie van deze projecten geactiveerd. In afgelopen drie jaren zijn er geen nieuwe grondexploitaties geopend.
Voor de nu nog resterende projecten is er een restant krediet beschikbaar van € 1,42 miljoen, wanneer rekening wordt gehouden met de aanvullend beschikbaar gestelde kredieten voor de Diezebrug (RV 12-12-2023, nr. 15514028) en de Tramkade-plus en Citadelpoort (RV 05-03-2024,
nr. 15708047). Zie onderstaande specificatie.

De verwachting is dat ook deze locaties leiden tot (toekomstige) grondexploitaties waarmee deze planvoorbereidingskosten kunnen worden opgenomen in de nog te openen grondexploitatie.

Beschikbaar gesteld krediet nieuwe projecten (RB 09-06-2020

2.800.000

Beschikbaar gesteld krediet Brug Bossche Stadsdelta

500.000

Aanvullend krediet (RB 13-12-2022)

2.355.000

Totaal beschikbaar voorbereidingskrediet

5.655.000

Nieuwe grexen geopend in 2020

810.000

Bestedingen 2020

237.500

Bestedingen 2021

1.165.000

Bestedingen 2022

1.727.500

Bestedingen 2023

2.212.800

6.152.800

Tussenstand beschikbaar krediet per 31-12-2023

-497.800

Aanvullende dekking station Oost (verkenning bouwlocaties)

250.000

Diezebrug naar planvoorbereidingsfase (RV 12-12-2023)

265.082

Aanvullend krediet Tramkade en Citadelpoort (RV 05-03-2024)

1.400.000

1.915.082

Stavaza Voorbereidingskredieten 2024

1.417.282

3.9   Stand algemene reserve grondbedrijf en weerstandsvermogen
Met het voeren van een actief grondbeleid hebben er in 2023 diverse mutaties plaatsgevonden, die een effect hadden op de stand van de algemene reserve grondbedrijf.
De bedragen zijn in eerdere paragrafen toegelicht, en in onderstaand overzicht samenvattend opgenomen.

Stand algemene Reserve Grondbedrijf 2023 (bedragen x € 1.000)

Stand Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf per 01-01-2023

49.593

Mutaties bij:

Winstnemingen BIE's

3.379

Bijstelling verliesvoorziening

843

Resultaat erfpachtgronden

477

Bijdrage Reserve Grote werken

3.000

Dividenduitkering Paleiskwartier en Haverleij

440

8.140 +

Mutaties af:

Resultaat kosten verhaalprojecten + onderhanden werken

388

Resultaat MVA (incl winst bij verkoop)

752

Voorziening Groot Onderhoud (jaarlijkse storting)

200

Saldo resultaat Vpb

1.635

Storting in Reserve Grote werken

440

3.415-/-

Stand Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf per 31-12-2023

54.318

Het saldo van de algemene reserve grondbedrijf is in 2023 toegenomen van € 49,59 miljoen
(per 01-01-2023) naar een stand van € 54,32miljoen per 31-12-2023.

3.10   Weerstandsvermogen
De algemene reserve grondbedrijf is bedoeld om risico’s te kunnen opvangen. Deze risico’s kunnen conjunctureel van aard zijn, of specifiek voor één of meerdere projecten gelden. Voor zover de algemene reserve grondbedrijf een grotere omvang kent dan op basis van de risico-inventarisatie noodzakelijk is, wordt het meerdere afgedragen aan het structuurfonds.

In de Jaarrekening 2022 gingen wij nog uit van een benodigd weerstandsvermogen van € 49,60 miljoen. De totale omvang van de risico’s worden voor 2023 ingeschat op een bedrag van in totaal
€ 50,25 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit € 33,70 miljoen risico’s grondexploitaties, € 5,0 miljoen  gronden en panden (MVA), € 5,0 miljoen + p.m. voor nieuw te openen grondexploitaties en
€ 6,55 miljoen voor Heesch West.
Het voorlopig bedrag van € 5,0 miljoen voor het afdekken van risico’s van de in 2024 te openen nieuwe grondexploitaties, betreft veelal binnenstedelijke projecten, die niet alleen complex en van grote omvang zijn, maar ook een bijpassend hoog risicoprofiel kennen. Hiervoor is op voorhand een bedrag van € 5,0 miljoen + p.m. opgenomen.
Bij het openen van de afzonderlijke grondexploitaties zal ook het risicoprofiel worden gekwantificeerd.

Afdracht aan het Structuurfonds
De stand van de algemene reserve grondbedrijf per 31-12-2023 bedraagt € 54,3 miljoen, op basis waarvan wordt geconcludeerd, dat de reserve meer dan toereikend is om de risico’s van in totaal
€ 50,3 miljoen te kunnen opvangen.
Het verschil tussen het benodigde weerstandsvermogen (€ 50,3 miljoen) en de aanwezige reserve
(€ 54,3 miljoen) van afgerond € 4,0 miljoen is per 31-12-2023 afgedragen aan het Structuurfonds.
In de Managementrapportage 2023 gingen wij eveneens uit van een afdracht van € 4,0 miljoen.

Stand Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf per 31-12-2023

54.318 +

Benodigd Weerstandsvermogen

Risico's BIE's

33.700

Risico's MVA's

5.000

Risico's nieuw te openen grondeploitaties

5.000

+ p.m.

Risico's Heesch West

6.550

50.250

Afdracht aan Structuurfonds 2023

4.068 -/-

Eindsaldo algemene reserve per 31-12-2023

50.250 +

3.11   Prognose voor 2024 en volgende jaren (FPG 2024)

3.11.1   Inleiding

In dit deel wordt ingegaan op de ontwikkelingen van het grondbedrijf, resulterend in de prognose van de financiële positie van het grondbedrijf 2024.
Nadat de uitgangspunten zijn toegelicht worden vervolgens de resultaten en ontwikkelingen van de grondexploitatieresultaten en reserves uiteengezet, om “het bedrijfsresultaat” van het grondbedrijf te kunnen bepalen.

3.11.2   Uitgangspunten
Parameters

  • Kostenstijging

Kijkend naar het verleden, dan komt het gemiddelde langjarig kostenstijgingspercentage voor grond-, weg- en waterbouw uit op circa 1,5% tot 2%. In de recente jaren die achter ons liggen, zagen we echter dat de prijzen voor grond-, weg en waterbouwwerken, maar ook de loonkosten, harder gestegen zijn dan de 2% waarin de grondexploitaties mee gerekend is. Dat is opgevangen door ramingen voor de nog uit te voeren werken aan te passen op het prijspeil van medio 2024.
Voor de toekomst wordt vervolgens gerekend met een verwachte kostenstijging van gemiddeld 2% op jaarbasis.

  • Opbrengstenstijging

De grondprijzen die in de grondexploitaties zijn opgenomen zijn actueel en marktconform.
Gelet op de verwachte ontwikkelingen op de woning- en vastgoedmarkt, wordt mede uit het  voorzichtigheidsprincipe geen rekening gehouden met een toekomstige opbrengstenstijging van de bouwgrond.

  • Rente

De grondexploitaties van de gemeente ‘s-Hertogenbosch worden doorgerekend met een toekomstige rentepercentage van 0,55% (omslagrente voor het grondbedrijf).
De disconteringsvoet, ofwel de rente waarmee het exploitatieresultaat op eindwaarde naar de waarde per heden wordt gebracht (=startwaarde), is conform de landelijke BBV regelgeving 2,0%.

Looptijd
Om risico’s die samenhangen met een zeer lange looptijd te beperken, is het uitgangspunt dat de looptijd van een grondexploitatie in beginsel maximaal 10 jaar bedraagt. Gemotiveerd kan hiervan worden afgeweken.

Dit is het geval voor de grondexploitatie De Groote Wielen Noord. Deze kent een looptijd tot en met 2035 (bestemmingsplan met verbrede reikwijdte). Omdat deze looptijd langer is dan 10 jaar zijn volgens de BBV regels de nodige risico-beperkende beheersmaatregelen getroffen met de gedachte dat opbrengsten en kosten in de verdere toekomst steeds minder goed te voorspellen zijn en dat daarvoor de waarde van de schattingen over het eindsaldo (het resultaat) van een grondexploitatie steeds beperkter wordt.

3.11.3   Programma
De gezamenlijke grondexploitaties (BIE’s en kostenverhaalsprojecten) voorzien in de uitgifte van gronden voor woningen, bedrijven en overige functies.
Hierna wordt ingegaan op de programmering van de uitgifte van bouwterreinen bedoeld voor woningbouw respectievelijk bedrijventerreinen.
Op termijn komen hier ook nog de projecten bij, waarvoor nu de planvorming plaatsvindt op basis van het verstrekte voorbereidingskrediet (zie onderdeel 3.8). Maar ook de particuliere initiatieven dragen bij aan de bouw van met name woningen.

Prognose uitgifte gemeentelijke woningbouwkavels
In totaal voorzien de huidige gemeentelijke grondexploitaties (harde plannen) in de bouw van circa 3.911 woningen, waarvan circa 34% in de sociale sector. In onderstaande tabel en grafiek is de verwachte uitgifte over de jaren weergegeven. Het betreft de uitgifte van bouwgrond, de oplevering van de woningen is gemiddeld één jaar later.

Nadrukkelijk wordt er op gewezen dat het hier de woningaantallen in de huidige gemeentelijke grondexploitaties betreft. De toevoeging van nieuwe locaties zoals Orthen-d’n Herp (v.m. Weener XL), vrijkomende schoollocaties, de Bossche Stadsdelta, Station Oost, etc. zijn hierin nog niet opgenomen (zie hiervoor ook het projectenoverzicht in paragraaf 3.11.7). Dit geldt tevens voor de flexwoningen
(De Groote Wielen Noord) en de woningen die door particuliere initiatiefnemers worden gerealiseerd (kostenverhaalsprojecten).

 

2024

2025

2026

2027

>2028

Totaal

Sociale huur & sociale koop

155

166

125

136

728

1.311

Middeldure huur & beleggershuur

-

205

205

45

316

535

Vrije sector koop

152

265

282

325

807

1.830

Totaal

307

635

611

506

1.851

3.911

In 2025 voorzien we een relatief hoge gronduitgifte voor woningbouw. In dat jaar vindt naar verwachting de grondverkoop plaats in de projecten Brabantbad, Willemspoort en wordt gestart in De Groote Wielen Noord.

Prognose uitgifte bedrijventerreinen

In totaal hebben we in onze grondexploitaties een voorraad van ruim 37 hectare grond voor bedrijventerreinen. Voor de uitgifte van de bedrijventerreinen is voor de korte termijn (2024 en 2025) uitgegaan van de verwachte uitgifte op basis van reserveringsovereenkomsten en lopende gesprekken met marktpartijen: 1,8 ha respectievelijk 2,8 ha. Voor de periode na 2025 is uitgegaan van een gemiddelde van circa 3,0 ha per jaar.
De verwachte uitgifte aan bedrijventerreinen ziet er op basis van deze uitgangspunten er voor de komende jaren als volgt uit.

2024

2025

2026

2027

>2028

Totaal

Totaal

1,82 ha

2,78 ha

2,45 ha

2,39 ha

27,98 ha

37,42 ha

3.11.4   Resultaat Grondexploitaties met een winstverwachting en voorzienbaar tekort
In onderstaand overzicht zijn de (eind)resultaten van de gezamenlijke grondexploitaties vermeld, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen grondexploitaties met een verwacht positief en een verwacht negatief eindresultaat.
De grondexploitaties met een verwacht positief resultaat hebben een gezamenlijk geprognosticeerd resultaat van afgerond € 21,9 miljoen op eindwaarde. Dit bedrag zal in de loop der jaren via tussentijdse winstneming ten gunste van de algemene reserve grondbedrijf worden gebracht.

De grondexploitaties met een verwacht negatief exploitatieresultaat, laten een totaal exploitatietekort van € 16,6 miljoen (op eindwaarde) zien. Hiervoor is reeds een verliesvoorziening getroffen.
Jaarlijks zal de hoogte van de verliesvoorziening eventueel worden afgestemd op het dan berekende exploitatietekort.


x 1000

31-12-2022

31-12-2023

Verliesvoorziening eindwaarde

17.300-

16.600-

=

Positief resultaat eindwaarde

29.200

21.900

De verliesvoorziening is positief bijgesteld (zie paragraaf 3.3). Dit komt met name door het verbeterde exploitatieresultaat van de Pelgrimsche Hoeve door aangepaste raming grondprijzen
De winstverwachting voor de positieve grondexploitaties laat, rekening houdend met de winstneming in 2023 van € 5,21 miljoen, ook een iets slechter eindresultaat zien (€ 2,1 miljoen).

Dotaties reserve grote werken (bovenwijkse voorzieningen)

Vanuit de grondexploitaties die een positief exploitatieresultaat kennen voorzien in een afdracht aan de reserve grote werken. De komende jaren verwachten we een dotatie van in totaal afgerond € 8,6 miljoen te kunnen doen vanuit de gemeentelijke grondexploitaties aan de reserve grote werken.

3.11.5   Resultaat Materieel Vaste Activa (overige gronden en panden)
Het resultaat van het MVA complex (gronden en panden) laat zich moeilijk voorspellen, aangezien het resultaat veelal afhankelijk is van de incidentele verkopen en aankopen in een jaar. Wel zien we de kapitaallasten toenemen nu de renovatie van het Grasso kantoor en de Grenco hallen in 2024 wordt afgerond.
De MVA gronden kennen een boekwaarde van € 55,9 miljoen per 31-12-2023, waarvoor geldt dat bij het openen van een grondexploitatie deze gronden worden overgeheveld naar het betreffende complex. In zijn algemeenheid geldt, dat de boekwaarde is afgestemd op de waarde in het huidige economische verkeer (MVA) of tegen rendabele inbrengwaarden in geval van een toekomstige grondexploitatie (warme gronden).

Boekwaarde

ha

€/m2

Warme gronden

18.407

73

50,09

Voorraad

19.300

372

5,19

Totaal

55.918

445

12,56

3.11.6   Resultaat Kostenverhaalsprojecten
Voor deze categorie geldt het uitgangspunt dat de door de gemeente gemaakte kosten (voor planvoorbereiding en eventueel bouw- en woonrijp maken) op de initiatiefnemer wordt verhaald.
Het geïnvesteerd vermogen in de kostenverhaalsprojecten bedraagt -/- € 0,72 miljoen per 31-12-2023. Het is de verwachting dat samen met nog te maken kosten en te ontvangen exploitatiebijdragen in de toekomst de kostenverhaalsprojecten uiteindelijk een sluitend beeld te zien geven.

3.11.7   Projecten in voorbereiding (Immaterieel Vast Actief: IVA)
In paragraaf 3.8 is inzicht gegeven in de beschikbaar gestelde voorbereidingskredieten en de stand van de bestedingen. De verwachting is dat ook deze locaties leiden tot (toekomstige) grondexploitaties waarmee deze planvoorbereidingskosten kunnen worden opgenomen in de nog te openen grondexploitatie.

3.11.8   Stand en ontwikkelingen reserve grondbedrijf
De huidige stand van de algemene reserve grondbedrijf is € 54,3 miljoen per 31-12-2023.
Na dotatie van € 4,0 miljoen aan het structuurfonds in 2023, is het eindsaldo van de algemene reserve per 31-12-2023 € 50,3 miljoen. Met name door de toekomstige winstnemingen is de verwachting dat het saldo van de algemene reserve grondbedrijf zich positief zal ontwikkelen. Voor 2024 wordt er een winstneming van € 2,6 miljoen verwacht.

Weerstandsvermogen
De algemene reserve van het grondbedrijf is gevormd om eventuele risico’s te kunnen afdekken (weerstandsvermogen). Dit risicoprofiel neemt (zonder toevoeging van nieuwe grondexploitaties) de komende jaren gestaag af. Maar door politieke, economische en (inter)nationale ontwikkelingen kan dit perspectief omslaan. Er wordt rekening gehouden met een bedrag van € 50,3 miljoen als weerstandsvermogen per 31-12-2023 (zie ook paragraaf 3.11).

Verschil tussen algemene reserve grondbedrijf en weerstandsvermogen
Het verschil tussen de stand van de algemene reserve grondbedrijf en datgene wat als weerstandsvermogen vereist is om de mogelijke risico’s te kunnen opvangen, kan vrij vallen.
Jaarlijks zal de exacte hoogte van deze vrije middelen worden bepaald en worden afgedragen aan het structuurfonds.

Deze pagina is gebouwd op 05/31/2024 10:58:14 met de export van 05/31/2024 10:46:56