Financiële hoofdlijnen
Inleiding
Dit onderdeel geeft inzicht in de uitkomst van de rekening van de gemeente 's-Hertogenbosch over 2023. De presentatie van het resultaat gebeurt op hoofdlijnen. Een meer gedetailleerde analyse is opgenomen bij de behandeling van de programma's. Het voorstel tot bestemming van het rekeningresultaat is het sluitstuk van dit onderdeel.
Uitkomst
Begroting 2023 na wijziging | Rekening 2023 | Verschil | |
Lasten | 885,1 | 853,5 | 31,6 |
Baten | 863,9 | 871,5 | 7,6 |
Saldo lasten en baten | -21,2 | 18,0 | 39,2 |
Mutaties eigen vermogen | |||
- Toevoegingen | -75,0 | -121,3 | -46,3 |
- Beschikkingen | 96,2 | 108,1 | 11,9 |
Per saldo mutaties eigen vermogen | 21,2 | -13,2 | -34,4 |
Geraamd/gerealiseerd resultaat | 0 | 4,8 | 4,8 |
Verschillenanalyse (bedragen x € 1,0 miljoen)
(Bedragen x € 1,0 miljoen) | ||||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Baten en lasten | Mutaties reserves | Gerealiseerd resultaat | |
Onbestemd resultaat actualisatie begroting 2023 | -3,9 | 0,0 | -3,9 | |
De actualisatie van de begroting 2023 en het structurele nieuw beleid 2023 gebaseerd op de Voorjaarsnota 2024 resulteerde in een tekort van € 3,9 miljoen. | ||||
Algemene Uitkering (diverse reserves) | 1,6 | 0,0 | 1,6 | |
De actualisatie van de basisgegevens 2023, de loon- en prijscompensatie 2023 en de onderuitputting van het BTW- Compensatiefonds leiden tot een budgettair resultaat van € 1,5 miljoen. Daarnaast resulteren verschillende bijstellingen van uitkeringsfactor en basisgegevens over voorgaande jaren in een voordeel van € 0,1 miljoen. | ||||
Decentralisatie-uitkeringen (diverse reserves) | 2,6 | -2,5 | 0,1 | |
In de Decembercirculaire 2023 zijn een aantal (nieuwe) decentralisatie-uitkeringen en taakmutaties opgenomen. De grootste mutaties zijn Energietoelage (€ 7,5 miljoen) , invoeringskosten Omgevingswet (€ 0,7 miljoen) en Meerkosten Oekraïne Sociaal Domein (€ 0,2 miljoen). Bijna alle decentralisatie uitkeringen worden overgeheveld naar 2024, zodat ze kunnen worden aangewend voor het desbetreffend doel. Per saldo is het resultaat 0,1 miljoen. | ||||
WMO 2007/2015 (reserve Sociaal & Zorgfonds) | 0,2 | -0,2 | 0,0 | |
Inwoners die extra ondersteuning nodig hebben, kunnen een beroep doen op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) voor o.a. huishoudelijke hulp, een vervoer- of woonvoorziening of voor hulpmiddelen zoals een rolstoel of scootmobiel. Voor al deze Wmo-voorzieningen samen blijkt dat de werkelijke uitgaven in 2023 ruim € 0,5 miljoen lager zijn dan begroot. Dit komt met name doordat de verwachte groei van het aantal inwoners met een dergelijke Wmo-voorziening lager is dan geraamd én doordat aanbieders (door krapte op de arbeidsmarkt) wachtlijsten hebben waardoor de benodigde hulp niet meteen ingezet kan worden. Zo is het aantal inwoners met huishoudelijke hulp en met een vervoersvoorziening resp. 7% en 15% lager dan verwacht (voordeel € 0,6 miljoen). Daartegenover zien we voor een aantal Wmo-voorzieningen een overschrijding van de begroting, zoals voor hulpmiddelen en vervoer met de regiotaxi (voordeel € 0,1 miljoen). De overschrijding bij de hulpmiddelen van € 0,2 miljoen wordt veroorzaakt door de extra kosten van lease hulpmiddelen. Inwoners die specialistische ondersteuning voor begeleiding nodig hebben, kunnen individuele en/of groepsbegeleiding krijgen. Dit helpt om beter en langer thuis te blijven wonen. We zien voor dit product begeleiding een totale overschrijding van de begroting van ongeveer € 0,3 miljoen, ondanks het feit dat de groei van het aantal cliënten achterblijft bij de aantallen volgens het VNG-voorspelmodel, dat de basis was voor de begroting 2023. Belangrijkste verklaring hiervoor is dat inwoners langer dan voorheen gebruik maken van individuele begeleiding. Zij zitten dus gemiddeld langer in zorg. De gemiddelde zorgduur in 2023 is 11 maanden geweest. Deze langere zorgduur komt omdat de zorgvragen steeds complexer worden, waardoor mensen langer begeleiding nodig hebben. Ook blijkt het vanwege een gebrek aan mantelzorgers en vrijwilligers steeds lastiger om zorg af te schalen en over te dragen naar het voorliggend veld. Hierdoor ontvangen inwoners soms langer dan nodig specialistische begeleiding. Door de toename van inwoners met complexe(re) problematieken zien we ook een toename in de Wmo maatwerkvoorzieningen. Tekorten en overschotten op de WMO 2007/2015 worden verrekend met de reserve Sociaal & Zorgfonds. | ||||
Jeugdhulp (reserve Sociaal & Zorgfonds) | 3,9 | -3,9 | 0,0 | |
Samen zorgen we ervoor dat onze kinderen en jongeren veilig, kansrijk en zo thuis mogelijk opgroeien’, op dit doel richten we de verschillende projecten in het programma jeugdhulp. Met het programma jeugdhulp 2023-2026 geven we invulling aan de landelijke hervormingsagenda jeugdhulp (LHA) die in juni 2023 is vastgesteld. Een van de highlights in de LHA is de versmalling van de jeugdhulpplicht. Dit heeft de implicatie dat we meer moeten organiseren in het voorliggend veld, collectief en beschikkingsvrij. Het doel van de versmalling is om jeugdhulp beter beschikbaar te maken voor de meest kwetsbare jongeren. De hulp moet zo thuis mogelijk en zo gezinsgericht mogelijk zijn. Dat doen we o.a. met het bieden van hulp bij scheidingen in verschillende fases van het scheidingsproces en het organiseren van collectieve opgroeiondersteuning op scholen. Ook zorgen we voor uitbreiding van praktijk ondersteuning jeugd-GGZ bij de huisartsen en richten we bij huisartsen de medicatiehulp voor ADHD in (de zgn Bruispoli). We financieren deze projecten vanuit de middelen die we in 2022 hebben ontvangen vanuit de hervormingsagenda jeugdhulp. In 2023, 2024 en 2025 ontvangen we extra middelen voor de hervormingsagenda jeugdhulp. We vangen met deze middelen de gestegen zorgkosten op. In 2023 houden we per saldo 3.9 miljoen over, dit is 0.2 miljoen minder dan verwacht bij de marap 2023. Het bedrag van 3.9 miljoen voegen we toe aan de reserve S&Z. We zien in 2023 toename van ambulante begeleiding en behandeling en een daling van jongeren in verblijf en met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van 2022. In de hervormingsagenda is afgesproken dat de gemeenten maatregelen nemen om te komen tot ‘een financieel houdbaar stelsel’. In 's-Hertogenbosch doen we dat via het programma jeugdhulp. in de begroting hielden we rekening met 1.6 miljoen uitgaven voor het programma jeugdhulp in 2023. Uitgegeven is 1 miljoen aan uitgaven o.a. voor hulp op scholen en de gezinsadvocaat. Het positief saldo van 0.6 miljoen maakt onderdeel uit van het totale positief saldo van € 3.9 miljoen. De beoogde besparing in de hervormingsagenda betekent voor ’s-Hertogenbosch ongeveer een opgave van 6 miljoen per jaar. Daarnaast neemt het Rijk verantwoordelijkheid voor aanvullend ongeveer 5 miljoen aan structurele bezuinigingsmaatregelen, welke maatregelen dat zijn is op dit moment in het ongewis. Gesprekken over de hervormingsagenda lopen nog volop. In 2025 buigt een landelijke deskundigencommissie zich over de haalbaarheid van de maatregelen. | ||||
Beschermd Wonen/Maatschappelijke opvang (reserve Sociaal & Zorgfonds) | 4,3 | -4,3 | 0,0 | |
De invoering van de doordecentralisatie van beschermd wonen (BW) en het woonplaatsbeginsel BW is uitgesteld tot ten minste 2025. De inkoop beschermd wonen en Voorziening Langdurig Verblijf is respectievelijk € 1,2 miljoen en € 0,6 miljoen lager dan begroot. Dit zijn voorlopige cijfers in afwachting van de definitieve productieverklaringen. In het algemeen is de tendens dat cliënten binnen beschermd wonen met lichtere vormen worden ondersteund, de zorgduur korter is en dat er een grote uitstroom is naar zelfstandig wonen. Op het ontwikkel- en uitvoeringsbudget Beschermd Wonen is € 2,2 miljoen overschot, veroorzaakt door o.a. het nog niet realiseren van het respijthuis, lagere uitgaven op time-out plaatsen van het Crises Interventie Team (CIT), minder maatwerkvoorzieningen Beschermd Wonen en PGB-verstrekkingen en het later starten van activiteiten gerelateerd aan het uitvoeringsplan Beschermd Wonen. Daarnaast is de rijksbijdrage voor het regionale uitvoeringsprogramma 'Geweld hoort nergens Thuis' hoger bijgesteld. Dit resulteerde in een voordeel van € 0,4 miljoen. Alle voor- en nadelen worden verrekend met het Sociaal & Zorgfonds. | ||||
BUIG (reserve Fonds Werk en Inkomen) | 0,9 | -0,2 | 0,7 | |
Op basis van de definitieve berichtgeving blijkt de neerwaartse correctie op het BUIG budget voor de bijstandsuitkeringen in 2023 lager dan in de geactualiseerde begroting was verwacht. Dit wordt enerzijds veroorzaakt doordat de landelijke daling van het aantal uitkeringen lager ligt dan verwacht in de CPB prognose van september 2022, wat leidt tot een voordeel van € 0,4 miljoen. Anderzijds is er ruim € 100 miljoen toegevoegd aan het BUIG budget vanuit de verhoogde taakstelling van statushouders. Dit resulteert in € 0,9 miljoen hoger budget voor onze gemeente, terwijl in de begroting juist rekening was gehouden met een nadelig effect vanuit Rijksbeleid á € 0,5 miljoen. Per saldo leiden deze effecten in lijn met de managementrapportage tot een voordeel op het BUIG budget van ruim € 1,8 miljoen. Omdat het definitieve BUIG budget voor 2023 hoger is, is ook de begrote storting in de reserve Fonds Werk en Inkomen (FWI); gemaximeerd op 7,5% van het BUIG budget, hoger; een nadeel in de exploitatie van € 0,2 miljoen. Bij de begrotingsactualisatie 2023 is conform de prognose door het CPB in haar Macro Economische Verkenning (MEV) van september 2022, uitgegaan van een daling van 2,78%. In maart 2023 heeft het CPB deze prognose bijgesteld naar een verwachte daling van 1,39%. De laatste periode hebben we in 's-Hertogenbosch een lichte stijging in het aantal uitkeringen gezien door hoge instroom van vergunninghouders en lagere uitstroom door toenemende complexe problematiek van de doelgroep, waardoor deze lastiger aan werk te helpen is. Het gemiddeld aantal uitkeringen in 's-Hertogenbosch is uitgekomen op 3.082 uitkeringen, vrijwel gelijk aan wat bij de managementrapportage was verwacht, waar we begin dit jaar in de geactualiseerde begroting nog uitgingen van gemiddeld 3.013 uitkeringen. Ook valt de gemiddelde uitkeringsprijs hoger uit. Dit wordt met name veroorzaakt door een nadeliger effect van de landelijke wijziging van de kostendelersnorm en door een lager resultaat op de sociaal debiteuren: minder opboekingen en meer afboekingen, deels door toename van het aantal schuldsaneringsverzoeken. Per saldo zijn de totale gerealiseerde uitkeringskosten ca. € 1,6 miljoen hoger dan begroot. Ook op het BUIG budget op het onderdeel Loonkostensubsidies ontstaat een voordeel. Dit deel van het budget wordt verdeeld op basis van het gemeentelijk aandeel in de landelijke LKS kosten van het voorgaande jaar. Het aandeel van onze gemeente realiseert zich circa 0,27% hoger dan in de actualisatie begroot. Dit leidt tot een voordeel van € 0,9 miljoen. Het gemiddeld aantal plaatsingen met loonkostensubsidie is iets hoger uitgevallen dan begroot bij de actualisatie (598 fte i.p.v. 591 fte). Hoewel bij de managementrapportage nog de verwachting was dat de invoering van de Wet Breed Offensief zou leiden tot meer uitgaande verhuizingen dan inkomende, blijkt dat niet het geval. Per saldo heeft het hogere aantal gerealiseerde LKS plaatsingen geleid tot bijna € 0,3 miljoen hogere kosten. | ||||
Programma Samen Gezond | 0,5 | 0,0 | 0,5 | |
In aanvulling op de reguliere gezondheidstaken van de GGD wordt er beleid ontwikkeld gericht op het thema ‘Positieve gezondheid’. De eerste helft van 2023 stond in het teken van het opstarten van het programma, in mei 2024 komt het in de Raad. Het opstarten bleek tijdrovend, een effectief gezondheidsbeleid vraagt immers om zorgvuldige afwegingen, gedegen onderzoek en betrokkenheid van diverse belanghebbenden. Ook bleek het moeilijker dan verwacht om inwoners hierbij te betrekken. Concrete wijkgerichte maatregelen zijn pas uitgevoerd in het najaar van 2023, hierdoor ontstaat een voordeel van € 0,5 miljoen. | ||||
Arbeidsparticipatie | 3,0 | -3,0 | 0,00 | |
In 2023 zijn de werkzaamheden binnen de Participatiewet op een aantal vlakken geraakt. Per saldo leidt dit tot een voordeel van € 3,0 miljoen, die vrijwel geheel ten gunste komt van het Sociaal & Zorgfonds. De grootste (positieve) afwijkingen worden veroorzaakt door krapte op de arbeidsmarkt waardoor diverse activiteiten en projecten later of niet uitgevoerd of uitbesteed zijn kunnen worden (voordeel € 1,1 miljoen), minder kosten voor de inzet van re-integratie (€ 0,5 miljoen) en het hoger uitvallen van de integratie uitkering Sociaal Domein (€ 0,8 miljoen) en de hogere uitstroom van SW medewerkers (€ 0,2 miljoen). | ||||
Bijzondere bijstand | -0,3 | 0,0 | -0,3 | |
In 2023 is het aantal verstrekkingen binnen de bijzondere bijstand voor directe levensbehoeften en kosten voor wooninrichting ten opzichte van 2022 weer verder toegenomen. Dit resulteert in een tekort van € 0,3 miljoen voor 2023. Dit houdt verband met het toegenomen aantal statushouders dat in 2023 is gehuisvest. Statushouders zijn de voornaamste groep die aanspraak maakt op deze vormen van bijzondere bijstand. Zij verhuizen vanuit een COA-locatie naar onze gemeente. Het Rijk bepaalt elk half jaar hoeveel statushouders elke gemeente moet huisvesten. Dit wordt de taakstelling genoemd. In 2023 hebben we een verdubbeling van het aantal gehuisveste statushouders ten opzichte van 2022 moeten plaatsen. Dit is een landelijk beeld. Ook voor de toekomst zijn de verwachtingen dat de asielinstroom hoog blijft, vanwege de vele mondiale ontwikkelingen die spelen. Hierdoor verwachten we langere tijd een verhoogd gebruik te zullen zien op de verstrekkingen voor directe levensbehoeften en kosten voor woninginrichting. | ||||
Opvang Ontheemden (reserve nog uit te voeren werken) | 1,9 | -1,9 | 0,0 | |
Het rijk heeft verschillende financiële regelingen getroffen om de kosten die gemeenten maken voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne te vergoeden. De vergoeding die wordt gegeven per gerealiseerde opvangplek bedraagt € 83 per plek per dag. Uit de berekeningen van de werkelijk gemaakte kosten blijkt dit bedrag meer dan voldoende te zijn. Het resultaat bedraagt € 1,9 miljoen. | ||||
Energieregeling lokale steun maatschappelijke en culturele partners en sportverenigingen | 2,1 | -1,1 | 1,0 | |
Het rijk had in februari jl. aangekondigd dat gemeenten en provincies extra middelen toegekend zouden krijgen om publieke en maatschappelijke voorzieningen te compenseren voor hoge kosten. De gemeenteraad heeft, vooruitlopend op de definitieve toekenning, € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld voor lokale steun aan maatschappelijke en culturele partners en sportverenigingen. Deze is voorgefinancierd uit de algemene reserve. Met het collegebesluit van 28 februari 2023 is uitvoering gegeven aan de lokale steunmaatregelen. Naast nog af te wikkelen claims zullen in 2024 de eindafrekeningen worden opgemaakt, die afhankelijk zijn van de werkelijke energieprijzen en het werkelijk verbruik. | ||||
Detachering Uitzendkrachten | -0,3 | 0,0 | -0,3 | |
De inhuurkrachten voor de BBS'en zijn schaars en zijn alleen tegen hogere inhuurtarieven beschikbaar. Dit is een trend die al enkele jaren zichtbaar is. Voorheen waren er veel inhuurkrachten met loonkostensubsidie, maar vanwege de krapte op de arbeidsmarkt wordt er ingehuurd via detacheringsbureaus. Het nadeel is € 0,3 miljoen. | ||||
Energiekosten | -0,5 | 0,0 | -0,5 | |
In onze begroting hebben we vanaf 2023 rekening gehouden met structureel hogere energielasten ad € 2 miljoen als gevolg van de grote prijsstijgingen eind 2022. In 2023 is sprake van nog hogere tarieven waardoor incidenteel een nadeel ontstaat van € 0,5 miljoen. | ||||
Financieringsresultaat | 0,4 | 0,0 | 0,4 | |
In het najaar hebben we van het Rijk financiering ontvangen o.a voor de Novex. Deze middelen hebben wij tijdelijk verplicht gestald in 's Rijks Schatkist. Doordat de rente op deze rekening-courantverhouding bijna 4% bedraagt, vallen onze financieringskosten lager uit dan geraamd (€ 0,4 miljoen voordeel) en ook lager dan eerder geprognosticeerd. | ||||
Groenonderhoud | -0,5 | 0,0 | -0,5 | |
Er is in 2023 meer onderhoud aan bomen en groen uitgevoerd. Dit heeft enerzijds te maken met de droogte de afgelopen jaren en de achterstanden die zijn ingelopen. Daarnaast zijn er meer werkzaamheden in het weekend uitgevoerd om de bereikbaarheid van de stad te waarborgen. Hierdoor ontstaat een nadeel van € 0,5 miljoen. | ||||
ICT (Reserve ICT) | 0,5 | -0,5 | 0,0 | |
Voor ICT zijn de onderhoudskosten € 0,5 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Dit heeft te maken met lagere kosten voor dataverbindingen, het beheren en ontwikkelen van werkzaamheden in eigen beheer en een voordeel op ondersteuning vanuit Microsoft. Dit voordeel wordt verrekend met de reserve ICT. | ||||
Kapitaallasten | 3,0 | -1,8 | 1,20 | |
Het voordeel op de kapitaallasten ad € 2,8 miljoen wordt veroorzaakt door het later dan gepland uitvoeren van investeringen. Omdat de kapitaallasten gedeeltelijk gedekt worden uit reserves, valt de onttrekking aan reserves € 1,8 miljoen lager uit. Per saldo een voordelig resultaat van € 1,2 miljoen | ||||
Evenementen | -0,9 | 0,0 | -0,9 | |
Een deel van de kosten van met name commerciële evenementen wordt in rekening gebracht bij organisatoren. Echter veel kosten kunnen niet worden verhaald. Denk aan straat- buurtfeesten, maar ook kosten voor o.a. de intocht van Sinterklaas, Jazz in Duketown, Koningsdag etc. Daarnaast zien we sinds Covid dat de kosten rondom andere evenementen (met name carnaval en 11-11) steeds meer toenemen, zijn de kosten van een evenementencoördinator niet begroot en is er geen dekking voor het faciliteren van evenementen. Per saldo is het nadeel € 0,9 miljoen. | ||||
Nog niet gerealiseerde projecten (diverse reserves) | 7,8 | -7,8 | 0,0 | |
Op onze begroting zijn een aantal grote uitgaven geraamd, die geheel of gedeeltelijk gedekt worden reserves. Het betreft hier grote, fysieke projecten met een meerjarig karakter, zoals Programma MIRT A2 Deil Vught, restauratie en ontwikkeling militair erfgoed en Groot Steden Beleid aandachtsbuurten. Vooraf is niet bekend welk jaar de uitgaven gedaan worden, maar conform raadsbesluit blijven de budgetten wel beschikbaar voor verdere jaren. Alle voor- en nadelen worden verrekend met reserves. | ||||
OZB | -0,5 | 0,0 | -0,5 | |
De gemiddelde WOZ-waarde van woningen is in 2023 met 17,6% gestegen. Deze waardestijging is significant hoger dan in voorgaande jaren. Er is vaak een relatie tussen het aantal bezwaarschriften en de waardeontwikkeling in onze gemeente. Bij een grote waardestijging wordt vaker bezwaar gemaakt dan bij een beperkte waardestijging of waardedaling. In 2023 ontvingen we veel meer bezwaren dan in de jaren daarvoor. Doordat er veel meer bezwaren direct zijn ontvangen van, is het aantal verlagingen van de WOZ-waarde toegenomen en daardoor zijn de verminderingen van de te betalen OZB eveneens toegenomen. Ondanks de waardestijging is bij de begroting van de OZB niet voorzien dat het aantal bezwaarschriften zo hoog zou zijn. En daardoor ook niet met het aantal verminderingen van de OZB als gevolg van meer waardeverlagingen. De minderopbrengst van de OZB wordt veroorzaakt door deze toegenomen verminderingen. Het nadeel bedraagt € 0,5 miljoen. | ||||
Parkeren (reserve Parkeren) | 0,8 | -0,8 | 0,0 | |
Het resultaat voor mutatie reserve is € 0,8 miljoen. Dit bestaat uit: Parkeeropbrengsten Parkeerkosten Als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen is er € 0,8 meer dan begroot in de Reserve Parkeren gestort. | ||||
Personeelskosten | 2,6 | 0,0 | 2,6 | |
Het voordeel wordt grotendeels veroorzaakt als gevolg van de krappe arbeidsmarkt en het niet kunnen opvullen van vacatures. Daarnaast zijn er ook nadelen te vermelden; de inhuurkosten zijn toegenomen, er is een voorziening gevormd vanwege de Regeling Vervroegd Uittreden en er zijn transitievergoedingen verstrekt. Deze laatste zal in de komende jaren nog financiële consequenties hebben. Het voordeel bedraagt € 2,6 miljoen. | ||||
Toeristenbelasting | 0,5 | 0,0 | 0,5 | |
De gerealiseerde opbrengsten van boekjaar 2023 zijn hoger dan begroot, vanwege de komst van een nieuw groot hotel. Het voordeel bedraagt € 0,5 miljoen. | ||||
Verhardingen | 0,4 | 0,0 | 0,4 | |
Bij het onderhoud aan verhardingen wordt zoveel als mogelijk aangesloten bij andere projecten. Daarnaast is rekening gehouden worden met de bereikbaarheid van de stad. Gevolg hiervan is dat een deel van het gepland onderhoud niet is uitgevoerd. | ||||
Wet Open Overheid | 0,4 | 0,0 | 0,4 | |
Vanuit het gemeentefonds zijn er structureel middelen beschikbaar gesteld om aan de wettelijke eisen van de Wet Openbare Overheid (WOO) te voldoen. Voor een goede uitvoering van de WOO moet de informatievoorziening op orde zijn, opdat informatie vindbaar, juist, volledig en betrouwbaar is. Dit zodat we als gemeente eerlijk en transparant antwoord kunnen geven binnen de termijn die hiervoor staat. De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft de informatievoorziening grotendeels op orde. Zo is er een zaaksysteem uitgerold en zijn er werkafspraken gemaakt. De extra middelen die nu via het gemeentefonds beschikbaar zijn gekomen hoeven daarom niet volledig ingezet te worden voor uitvoering van de WOO en kunnen dus vrij vallen ten gunste van de algemene middelen. Het voordeel bedraagt € 0,4 miljoen. | ||||
Grondexploitatie (diverse reserves) | 5,2 | -5,2 | 0,0 | |
Zie hiervoor de paragraaf grondbeleid. | ||||
Reclameopbrengsten | -0,5 | 0,0 | -0,5 | |
Door netcongestie (het niet verkrijgen van elektriciteitsaansluitingen) is aanzienlijke vertraging opgetreden in het exploiteren van de digitale panelen. Hierdoor kan de afdracht voor deze panelen in het eerste concessiejaar (2023) niet worden gefactureerd aan de concessiehouder. Het nadeel bedraagt € 0,5 miljoen. | ||||
Afvalstoffenheffing | -0,8 | 0,0 | -0,8 | |
Wij werken aan een Afvalstoffendienst met een solide basis, waarbij veiligheid voorop, fysieke veiligheid, passende locatie en een robuuste organisatie belangrijke uitgangspunten zijn. In 2023 zijn er een aantal niet voorziene uitdagingen geweest op het gebied van arbo en veiligheid waarop we maatregelen op hebben moeten nemen. Zo is er een extern bureau ingehuurd om alle benodigde RI&E’s (Risico-inventarisatie en evaluatie) te actualiseren met daarna gekoppeld een plan van aanpak en is er een nieuw arbo managementsysteem in gebruik genomen om veiligheid gerelateerde zaken vast te leggen, te borgen en te monitoren. Daarnaast is eer ook sprake geweest van hogere inhuurkosten als gevolg van noodzakelijke versterkingen in het managementteam (interim manager bedrijfsvoering) en hogere personeelskosten als gevolg van een extra manager inzameling, een business controller bij bureau bedrijfsvoering en een toezichthouder locaties. Tenslotte zijn er hogere kosten garage geweest als gevolg van het grote aantal storingen vanwege een deels verouderd wagenpark en vanwege het stilleggen van een aantal voertuigen vanwege veiligheidsissues. Vanwege lange levertijden van nieuw bestelde voertuigen hebben we noodgedwongen ook voertuigen ingehuurd ten behoeve van de continuïteit van onze werkzaamheden. In totaliteit leiden bovenstaande factoren tot een nadeel van € 0,8 miljoen. | ||||
Leges | 0,5 | 0,0 | 0,5 | |
De opbrengsten van de Leges 2023 zijn hoger uitgevallen dan in een eerdere analyse gedurende het lopende jaar. Er zijn door incidentele bedragen die uit 2022 nog zijn binnen gekomen in 2023 meer opbrengsten behaald en de inkomsten uit het lopende jaar zijn uiteindelijk ook hoger uitgevallen dan begroot. Het voordeel is € 0,5 miljoen. | ||||
Overige Verschillen (diverse reserves) | 4,3 | -1,2 | 3,1 | |
Nvt | ||||
Totaal | 39,2 | -34,4 | 4,8 |
Ombuigingen
Als onderdeel van de begroting 2023 heeft uw raad een ombuigingspakket vastgesteld van € 4,8 miljoen in 2022 oplopend tot € 5,7 miljoen in 2024. Over de voortgang van de realisatie van deze ombuigingen rapporteren wij via de reguliere Planning & Control cyclus. Wij kunnen u melden dat alle taakstellingen in 2023 ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd.
Voorstel bestemming rekeningresultaat
Het streefniveau van de algemene reserve is 15% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds (exclusief het deel wat toegerekend wordt aan het sociaal domein). Voor 2023 is dit streefniveau € 32,3 miljoen. Onze bestendige gedragslijn is het verwerken van het rekeningresultaat in de algemene reserve tot het streefniveau. Het rekeningresultaat bedraagt € 4,8 miljoen positief . De werkelijke stand per 31 december 2023 is € 39,9 miljoen. Bij het huidige resultaat betekent dit dat we na resultaatbestemming uitkomen op een stand van € 44,7 miljoen. Dit is € 12,4 miljoen boven de streefwaarde op basis van de algemene uitkering 2023. Hiervan is € 11,1 miljoen bestemd voor incidenteel nieuw beleid 2024.